museum boijmans van beuningen restauratie Walraad architecten

Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam

In 2005 werd het samenwerkingsverband van Molenaar & van Winden en Walraad architecten geselecteerd voor functionele aanpassingen aan het Museum Boijmans van Beuningen, en voor restauratie van onderdelen van het (oudste) bouwdeel, de Van der Steurvleugel (1935).

In 1933 ontwierp de architect A. van der Steur een nieuw gebouw voor Museum Boijmans. Het werd een daglichtmuseum met een monumentale toren, geïnspireerd op die van het stadhuis van Stockholm uit 1923. Het gebouw is zeldzaam interessant vanwege de zorgvuldige opzet en rijkdom aan details.

Deze pagina gaat over restauratie van de toren. Reeds eerder is het ontwerp van het nieuwe entreegebied uitgevoerd.

De toren heeft een gemetselde schacht met een grote glazen lantaarn. Daarop een koperen bekroning en een bronzen hekwerk.

 

Schade en herstel

In de loop van de decennia zijn bakstenen van de toren afgeschilferd. Dit blijkt inherent te zijn aan de toegepaste zachte baksteen. Vanwege de afschilfering is de toren in 1985 opnieuw gevoegd en gehydrofobeerd. Daarmee werd in zekere zin de pas afgesneden voor later onderhoud, maar tegelijk is de toren daarmee geconserveerd. Na zorgvuldig onderzoek door een expertteam is besloten om minimaal in te boeten, en te vertrouwen op de duurzaamheid van de hydrofobering, ook op deze hoogte. De gehandhaafde afgeschilferde stenen zijn bijgekleurd. De eindrapportage is toegespitst op kennisoverdracht voor toekomstige onderhoudsrondes.

De glazen lantaarn heeft schade ondervonden van condenserende warme museumlucht. De schade is hersteld, en de details van de bronzen vensters zijn onzichtbaar aangepast. Het ijzeren binnenwerk van de lantaarn is hersteld en verduurzaamd. Het koperwerk en bronswerk boven de lantaarn bleek na 75 jaar nog intact, en kon gehandhaafd blijven.

Het interieur van de conservatoren-ruimten in de gemetselde romp van de toren is vernieuwd door herinterpretatie van de oorspronkelijke uitstraling. Verdere bijzonderheid was de ‘hangende’ steiger tijdens de uitvoering, die niet op glazen museumkappen en de binnenplaats mocht rusten.

Het respect voor het werk van Van der Steur is na deze gedetailleerde kennisvorming verder gegroeid.

In zeer prettige samenwerking met het Museum, het OBR en ToornendPartners is het werk uitgevoerd. De restauratie is mede mogelijk gemaakt door een Brrm-subsidie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

 

Expert team: TNO, Evert Jan Nusselder, Loek van der Klugt,  Rob Crevecoeur, ToornendPartners en Molenaar en van Winden Walraad.

 

Adviseurs

BBA bouwhistorie en kleuronderzoek

 

Overige partijen

Onderaannemer: Jobse, loodgieter